NAM onder vuur
Die onderneming is verantwoordelijk voor de schade, dus voor herstel en preventie en wil daarom de regie daarover in handen hebben. Maar het wantrouwen van de regio tegenover de NAM is groot: het kan toch niet dat de veroorzaker van de schade ook de omvang ervan bepaalt? Is dat niet de slager die zijn eigen vlees keurt? De ervaringen met de opstelling van de NAM in de aardbevingsproblematiek voeden dit wantrouwen. Een recent voorbeeld is het feit dat de onderneming een afspraak met de Dialoogtafel om met een lijst te komen met 250 woningen waarvan de schade met voorrang behandeld moet worden niet nakomt. Maar al veel langer en van vele kanten – individuele huiseigenaren, organisaties als GBB en Schokkend Groningen, woningcorporaties, de Dialoogtafel, provincie en gemeenten – liggen de wijze waarop en het tempo waarin de NAM de taxatie en het herstel van schade verricht onder kritiek. De onderneming wordt ervaren als technocratisch, weinig communicatief en primair gericht op het eigen belang. Meetkundig ingenieur en oud-NAM-medewerker Houtenbos onderschrijft dat (vanaf 14.41) . Gaandeweg realiseert de NAM zich dat de publieke opinie niet straffeloos kan worden genegeerd. De onderneming schrikt van de niet-aflatende kritiek en belooft haar leven te beteren.
Sturing en onafhankelijkheid
De Dialoogtafel wil een onafhankelijke werkmaatschappij met wortels in de regio die de uitvoering van het hele pakket aan maatregelen - schadeherstel, -preventie en waardevermeerdering - ter hand neeemt. De voorzitters van de tafel, Jacques Wallage en Jan Kamminga, scharen zich achter deze eis, maar binden uiteindelijk toch in. Een helemaal onafhankelijke werkmaatschappij zou onmogelijk zijn, want strijdig met de Mijnbouwwet en met de overeenkomst tussen Rijk, provincie, gemeenten en NAM over de uitvoering van het plan van de commissie Meijer. De NAM zelf stelt zich op het standpunt dat er een zelfstandige organisatie moet komen die door de NAM op afstand wordt aangestuurd.
Een nieuw kantoor in Appingedam
Half oktober 2014 gaat de werkmaatschappij onder de naam Centrum voor Veilig Wonen (CVW) in Appingedam van start. Deelnemers zijn schadeafhandelaar CED uit Capelle a/d IJssel, die ook directeur Peter Kruyt levert, ingenieursbureau Arcadis (Arnhem) en het consortium OWS, een samenwerking van Oosterhof Holman (Grijpskerk), Van Wijnen (Groningen) en Sealteq (Stadskanaal). Of de aanwezigheid van deze noordelijke bedrijven in de ogen van de Dialoogtafel en in die van de provincie en de negen gemeenten in het risicogebied, die in september een gezamenlijke brandbrief ter zake naar de NAM stuurden, voldoende worteling in de regio garandeert moet worden afgewacht. Evenzo valt nog te bezien of het voornemen van de NAM om vanaf januari 2015 geleidelijk taken aan het CVW over te dagen die afstand tot de NAM zal opleveren die het wantrouwen van de Groningers kan wegnemen.
Volgende